Het Fort / Voorgeschiedenis

Krijgskunde

In de krijgskunde zijn bergen en heuvels altijd belangrijk geweest als strategische punten van waaraf het best kon worden waargenomen en aangevallen of verdedigd. Steden als Rome, Parijs en Antwerpen werden altijd – en meestal met succes - verdedigd vanuit een ring van omliggende heuveltoppen. De artillerie heeft vanaf een heuveltop een natuurlijk overwicht en de cavalerie en de infanterie van de tegenstander hebben het heuvelop altijd lastiger.

Maar wat doe je als je geen heuvels hebt zoals wij in Holland?
Dan gebruik je het water als verdedigingslinie.

De Romeinse legioenen zijn in het begin van onze jaartelling met hun opmars naar het noorden gestopt bij de Rijn. Dat leek hen een goed verdedigbare grens van het grote Romeinse rijk. Vervolgens hebben de Romeinen de linkeroever van de Rijn volgebouwd met verdedigingswerken (castellums). Zij hebben deze grens lang kunnen handhaven tegen aanvallen van de “barbaarse” Germanen.

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) zijn Leiden en Alkmaar ontzet met gebruikmaking van inundaties: het onder water zetten van omliggende gebieden.

Hollandse Waterlinie


Kaart met waterlinies. (Bron: Stichting Liniebreed Ondernemen)
In 1672 werd voor het eerst gebruik gemaakt van de Hollandse Waterlinie: een reeks inundaties die liep van Muiden via Woerden naar Gorinchem. De oprukkende Fransen hebben Amsterdam niet bereikt.

 

In 1787 hadden de Pruisen minder moeite met de Hollandse Waterlinie. Een aanvullende ring van inundaties direct rond Amsterdam werd door de Pruisen genomen door een omweg per boot te maken via het slecht verdedigde Haarlemmermeer en de Hollanders in de rug aan te vallen.

In januari 1795 hadden de Fransen het nog gemakkelijker. De Hollandse Waterlinie was onder water gezet, maar bleek bevroren. Verdere inundaties rondom Amsterdam werden niet uitgevoerd. De inname van Utrecht en Holland was een feit en een lange periode van Franse bezetting begon.

In de Franse tijd is gewerkt aan een uitbreiding en versterking van de Hollandse Waterlinie. Aldus ontstonden de Nieuwe Hollandse Waterlinie, en tevens de Posten van Krayenhoff (de voorloper van de Stelling van Amsterdam) en de Stelling van Den Helder.

Stelling van Amsterdam

De Posten van Krayenhoff lagen voornamelijk ten zuiden van de hoofdstad. De vijand werd vanuit die richting verwacht, zo had de geschiedenis geleerd. Maar in augustus 1799 landden Engelse en Russische troepen tot ieders verbijstering op de Noord-Hollandse kust bij Callantsoog. Alkmaar werd door de geallieerden al snel veroverd. Intussen werden in allerijl inundaties uitgevoerd in het gebied tussen Wijk aan Zee en Monnickendam teneinde de noordflank van Amsterdam beter verdedigbaar te maken. Deze linie kreeg de naam Linie van Noord-Holland. De Engelsen en Russen werden enkele weken later op de vlucht gejaagd.

Onder druk van dreigende invasies van eerst Pruisen en later Engeland, werd de verdediging van Amsterdam in de loop van de Franse tijd verder verbeterd en versterkt. In een ring die liep van Durgerdam via Oostzaan, Spaarndam en Amstelveen naar Diemen, werd een vijftigtal versterkingen gebouwd in combinatie met inundatievoorzieningen.

Deze verdedigingslinie rond Amsterdam is nooit op haar kracht beproefd. Wel raakte zij al snel verouderd. Zo werd kort nadien de Haarlemmermeer ingepolderd en werd het Noordzeekanaal gegraven. Ook verbeterde de geschutstechniek dermate dat een verdedigingsring op grotere afstand van Amsterdam noodzakelijk werd.


Forteiland IJmuiden. (Foto: Hanno Lans, SVA)
In en rond de drooggelegde Haarlemmermeer werd een viertal nieuwe forten gebouwd: bij Schiphol, bij de Nieuwe Meer, bij de Liede en bij Heemstede. Bij de havenmond van IJmuiden werd rond 1880 een fort gebouwd. Dit kustfort werd tenslotte het eerste onderdeel van de nieuwe Stelling van Amsterdam.

 

Geschutstechniek

De moderne geschutstechniek vereiste steeds zwaardere fortificaties. Forten die begin negentiende eeuw nog met gemak een beschieting met zwaar geschut verdroegen, bleken vijftig jaar later bepaald niet meer bomvrij. Het toenemende gewicht van de fortificaties leidde regelmatig tot grote problemen op de slappe Hollandse bodem. Rond 1870 moest bijvoorbeeld de bouw van een nieuw fort bij de Bijlmerpolder worden gestaakt omdat het grondlichaam dat ter dekking van de frontzijde was aangelegd, verdween in de drassige bodem. Extra grond mocht niet baten. Het fort is van zijn fundering in de gracht geschoven en is nimmer afgebouwd.

Politieke verhoudingen

De politieke verhoudingen wijzigden in Europa sterk.

De Fransen waren in 1813  in de Slag bij Waterloo verslagen door de geallieerden en vertrokken uit Nederland. In 1830 scheidde België zich na een strijd van vijftien jaar af van Nederland. En er dreigden confrontaties met Duitsland en Frankrijk, die onder meer ruzieden over het groothertogdom Luxemburg dat toen nog onder Nederlands beheer stond.

De Vestingwet van 1874

In de jaren zeventig en tachtig werd een nieuw verdedigingsplan voor de Amsterdamse regio ontworpen. De Vestingwet van 1874 legde hiervoor de politieke basis, maar pas in 1888 werd het definitieve tracé van de nieuwe Stelling van Amsterdam bepaald.

De nieuwe Stelling van Amsterdam zou een lengte van 135 kilometer krijgen en werd gepositioneerd op een afstand van 15 tot 20 kilometer van Amsterdam.

Deze afstand werd gekozen om twee redenen: vijandelijk vuur mocht de stad zelf niet kunnen bereiken en bovendien moest er voldoende agrarische oppervlakte binnen de kringstelling zijn om de bewoners van de stad Amsterdam, de bewoners van de onder water te zetten gebieden en de voor de verdediging noodzakelijke manschappen en paarden tenminste zes maanden te kunnen voeden.

Havenforten

Inmiddels was in 1887, eveneens vooruitlopend op de nieuwe Stelling van Amsterdam en in navolging van het fort bij de haven van IJmuiden, ook alvast een tweede fortificatie gebouwd: het Fort aan het Pampus in het Buiten-IJ. Dit diende de moderne pantserschepen met geringe diepgang van de Duitsers zo nodig een halt toe te roepen. (De Afsluitdijk was toen nog lang niet in zicht.) Overigens zijn deze schepen door de Duitsers wel ontworpen, maar nooit gebouwd.

Openstellingen
 
Elke woensdag openstelling  van 10.30 uur tot 16.00 uur
 
SEPTEMBER
 
zondag    8 sept.
11.00 u – 16.00 u
Openstelling
 
zondag  15 sept.
11.00 u – 16.00 u
Extra openstelling (Open Monumentendag)
 
 
OKTOBER
 
zondag      6 okt.
11.00 u – 16.00 u
Openstelling
 
zondag    13 okt.
11.00 u – 16.00 u
Openstelling